We gaan ondergronds

De vooruitgang is niet te stuiten in Helmond. Villa Spaendonck krijgt een ondergrondse afvalopslag. Vijf jaren lang gebruikten we een kunststof bak op wielen voor ons restafval. Die staat naast de poort van de garage. Daar zijn aan weerszijde van de ingang twee nissen uitgespaard voor vier afvalbakken.

We hebben een bak voor oud papier, een voor plastic, metaal en drankverpakkingen (pmd), een voor restafval en sinds vorig jaar een kleintje voor gft-afval. Ze worden wekelijks opgehaald door een grote vuilniswagen.

De restafvalbak gaat nu verdwijnen en wordt vervangen door een ondergrondse opslag. Die komt op de punt van onze tuin, aan de straat. De bak is zo groot dat er voor minstens een maand vuilnis in past.
De betonnen bak werd als eerste gebracht en tijdelijk neergezet op een stukje grond dat een ambtenaar ‘groenstrook’ zou noemen.


Dit is dus het niet zichtbare deel van de hele constructie. Het is een zogenaamde ‘vijfkuber’. Er bestaan ook zevenkubers. Ik schrijf het hier met één -u- want dat lijkt me taalkundig juist maar om eerlijk te zijn weet ik niet eens of het woord bestaat. De chauffeur noemde het ding zo. Er zijn trouwens ook zevenklappers (en eenpitters, tweezitters, driepoten, viervoeters).


Hoewel ik het jammer vind dat er een stuk van onze tuin geofferd moest worden, zie ik toch ook wel voordelen aan de nieuwe bak. De oude was zo’n lelijk kunststoffen geval en van de nieuwe zullen we bovengronds maar een klein torentje zien. De oude verzamelcontainer werd smerig van binnen, de nieuwe zien we niet van binnen. De oude stonk ook ofschoon we daar geen last van hadden zolang de klep dichtbleef.


De bewoners van Villa Spaendonck, dat zijn er dertien, produceren niet zo geweldig veel restafval. De verzamelcontainer kwam in een week tijd nooit helemaal vol. De pmd-bak wel en de oudpapierbak ook wel eens. Hoe vaak de nieuwe bak zal worden geleegd weet ik inmiddels via de website van de gemeente Helmond: “Via een melder in de restafvalbak kunnen we op afstand zien hoe vol de bak zit. Dit gebruiken we om de afvalbak op tijd te legen.”
Elk appartement krijgt een pasje om de klep te kunnen openen. We betalen voor elke keer dat het pasje gebruikt wordt. Op de website van de gemeente heb ik nog niet kunnen vinden hoeveel dat zal zijn.



Voor het ingraven van de betonnen bak gebruiken de werklui een hulpmiddel dat het mogelijk maakt de gegraven kuil zo klein mogelijk te houden. Het is een vierkante metalen koker waar de betonnen bak precies in past. De koker wordt in de kuil gezet als deze nog niet zo diep is en er daarom weinig gevaar is dat de wanden instorten. Dit wordt verder voorkomen door de koker. Als die op zijn plaats staat, gaat het graven verder en de koker wordt telkens een stukje dieper geduwd. dat doet de machinist van de graafmachine gewoon met de schep. Wel heel voorzichtig natuurlijk.

Ik vroeg me al af waarom de randen van de bak zo ingedeukt waren. Maar zo wordt het hele geval een stukje verder de grond ingeduwd.

Op een bepaald moment is de gewenste diepte bereikt. Ongeveer, want nu komt de tweede man, een vrolijke gast uit Amstersdam trouwens, die heel precies gaat bepalen of de kuil diep genoeg is. Op de foto’s hieronder is hij bezig met zijn digitale meetlat en kwam tot de conclusie dat het gat te diep was. Er moest wat grond worden teruggestort en aangestampt.


Intussen was ook de binnenbak aangekomen met een metalen kraag, te zien op de grote foto hierboven.
Toen de put precies diep genoeg was, werd de betonnen bak opgehaald en er in gehesen.


Toen de bak goed stond, werd de metalen hulpbak er weer uitgetild en de ruimte naast de bak opgevuld met zand. Dat zand werd gecomprimeerd met een houten balk die de kraanmachinist als een pincet zo nauwkeurig gebruikte om het zand aan te stampen. Vaklui zijn het!
Vervolgens kwam de eigenlijke vuilnisbak aan de beurt om op zijn plek gezet te worden. De kraag bleef nog een tijd liggen op het grasveld. Er werd geel zand gestort en een stapel tegels ernaast gezet waarop er een hele tijd niets gebeurde.


Toen dat gebeurd was moest de binnenbak er nog worden ingezet. Ook dat was een eenvoudig klusje. Om een of andere reden is de kraag niet gemonteerd. Dit ligt nog even te wachten aan de andere kant van onze garage-inrit.

De bak zit er in. De kraag ligt verderop in het gras en de tegels liggen ook al klaar.

Op een moment dat ik even niet oplette, werden de tegels gelegd. Plotseling lagen ze er en kon de volgende stap worden gezet. Die vond plaats op 21 oktober, toen er plotseling een vrachtwagen met een voorraadje torentjes verscheen.

De man met de helm hoorde bij de vrachtwagen, de andere kwam met zijn eigen auto en was de monteur. Hij bracht een blauw kussen mee want hij moest een hele tijd op zijn knieën zitten om binnenin het torentje allerlei verbindingen te maken (denk ik).

Het duurde nogal even en ik kon uit alle handelingen van het tweetal wel opmaken dat er over de constructie en veilige plaatsing en werking van het hele gevaarte goed is nagedacht. Enfin, de foto’s spreken voor zich. Uiteindelijk waren ze klaar, pakten hun spullen weer in en vertrokken.
Enkele dagen later moest de stratenmaker weer langs komen want er was door de hevige regen wat zand onder sommige tegels weggespoeld. Goed te zien op de foto’s. De monteur brak nog bijna zijn enkel.

Plaats een reactie

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Omhoog ↑